Landen en regio's

Italië

De eerste Italianen in Nederland waren vooral bankiers uit Lombardije. In 1287 werd voor het eerst melding gemaakt van een Lombardische bankier in Delft. Zij dreven daar tot in de 15de eeuw zaken in een pand achter de Markt. In verschillende steden zijn straatnamen die verwijzen naar deze Lombarden. Andere vroege voorbeelden zijn de ongeveer 1500 huursoldaten die in 1593 in Winschoten aankwamen en enkele protestanten die in de 17de eeuw Italië ontvluchtten.

Ambachtslui en gastarbeiders

Vanaf de 17de eeuw kwamen ook muzikanten, artiesten, handelaren, kooplieden, zeelui en schoorsteenvegers. Veel Italiaanse migranten kwamen uit de Alpendalen van Noord- Italië waar de opbrengst van de landbouw niet voldoende was om alle gezinsleden te onderhouden. Al vroeg specialiseerde ieder dal zich daarom in een bepaald ambacht. Vooral in het winterseizoen zochten mensen werk in het naburige Zwitserland, Frankrijk of nog verder weg. Zo kwamen de schoorsteenvegers bijna allemaal uit Piemonte, de ijsbereiders uit Belluno, de terrazzowerkers uit Friuli en de beeldenmakers uit Toscane. Pas na de Tweede Wereldoorlog werden vooral ongeschoolde Italianen uit andere gebieden in Italië aangetrokken voor het werk in mijnen en fabrieken als gastarbeider.

Van emigratieland naar immigratieland

Eeuwenlang verlieten Italianen voor korte of langere tijd hun woonplaats om elders de kost te gaan verdienen. Frankrijk was populair, maar ook Zwitserland en Duitsland. In de tweede helft van de 19de eeuw nam de omvang van de emigratie toe en werden de bestemmingen diverser. De verbindingen naar overzeese bestemmingen werden sneller en goedkoper. Naast Europese landen vertrokken mensen nu ook naar Argentinië, Brazilië en de Verenigde Staten. Tot de Tweede Wereldoorlog bleven grote aantallen Italianen vertrekken in de hoop op een betere toekomst. Na de oorlog nam dat aantal gestaag af. In 1973 was de migratiebalans voor het eerst positief, en aan het eind van de 20ste eeuw was Italië een immigratieland geworden.

1580-1700

Oprichting West-Indische Compagnie

De West-Indische Compagnie (WIC), voluit de Geoctroyeerde West-Indische Compagnie was een bedrijf uit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden dat in 1621 werd opgericht als privaatrechtelijke onderneming met publiekrechtelijke taken; de WIC was verantwoording schuldig aan de Staten-Generaal van de Nederlanden. De compagnie ontving van de Staten-Generaal - oorspronkelijk voor 24 jaar - het alleenrecht binnen de republiek op handel en scheepvaart in het door de Staten-Generaal vastgestelde octrooigebied tussen twee meridianen. Als westgrens gold de meridiaan door de oostpunt van Nieuw-Guinea en als oostgrens die van Kaap de Goede Hoop. Het belangrijkst was de Trans-Atlantische driehoekshandel op West-Afrika, de Caraïben en Noord- en Zuid-Amerika. In de zeventiende en achttiende eeuw bezat de WIC dit staatsmonopolie op de handel en scheepvaart op West-Afrika ten zuiden van de Kreeftskeerkring, op Amerika, alsmede op alle eilanden tussen Newfoundland en Straat Magellaan. De WIC werd in 1674 opgeheven om een jaar later weer te worden heropgericht. In 1792 ging de WIC definitief ter ziele.

1900-1945

Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog, die ook de Wereldoorlog of de Grote Oorlog werd genoemd, was een wereldoorlog gecentreerd in Europa die begon op 28 juli 1914 en duurde tot 11 november 1918. Nog altijd is 11 november bekend als wapenstilstandsdag. Voor een deel werd de wapenwedloop in 1912 en 1913 aangespoord door nationalistische en militaristische groepen, die hun regeringen passiviteit in het gezicht van externe bedreigingen verweten. Sommige historici hebben gewezen op de toenemende populariteit van het militarisme en het radicaal-nationalisme in Europa als oorzaken voor de oorlog.

1945-heden

Kosovo-oorlog

De Kosovaarse burgeroorlog was het gevolg van de opgelopen spanning tussen etnische Albanezen en etnische Serviërs in de toenmalige Joegoslavische staat Kosovo. Het was een gewapend conflict dat uit twee fases bestond:

1. 1998-1999: gevechten tussen het Joegoslavische leger en de Albanese guerrilla's om Kosovo.
2. 1999: Bombardementen en luchtaanvallen op Servië door NAVO-vliegtuigen tussen 24 maart en 10 juni.