Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kwamen ongeveer 150.000 Hongaarse kinderen voor een vakantie bij Nederlandse pleegouders terecht. Nationale hulporganisaties regelden de vakanties.
Op 4 november 1956 viel de Sovjet-Unie Hongarije binnen. Het leger moest een eind maken aan massale demonstraties van opstandige Hongaren tegen het communistisch regime.
Koningin Juliana temidden van enkele Hongaarse vluchtelingen in het Jaarbeursgebouw in Utrecht samen met Baron van Tuyll van Serooskerken (r.) en dr. A. Vrijlandt (l.).
Adventstijd: Gevlucht Hongaars gezin zit aan tafel te eten, met boven hen een papieren kerstklok en links een opgetuigde kerstboom met brandende kaarsen. Weesp, 11 december 1956.