"'s Morgens vroeg bij de reveille, toen stond je op en ging je gymnastiek doen in je ondergoed. Beetje rennen, beetje op temperatuur komen. Daarna is het heel snel wassen, aankleden.
"Voor mijn Nederlanderschap moest ik mij melden bij de officier van justitie in Middelburg. Nog erger, van te voren moest ik mij melden bij de vreemdelingendienst.
Een expeditie naar de Anggi meren. 'We hebben honger geleden. Naderhand, toen we dus in de dorpen aankwamen bij de meren, toen kregen we van die Papoea's knollen, varkens die kochten we.
In 1946 ging meneer Keller op 18 jarige leeftijd in dienst van het KNIL. Omdat meneer Keller Indo-Europees was en geen Nederlandse nationaliteit had, werd hij ingedeeld in een inheems compagnie....
Meneer Keller: "De Papoea’s zijn een heel ander volk dan wij gewend zijn. Prachtige krullen, heel ander soort. Vrij. Ze keken je aan, ze praatten goed tegen je.