Stinkende Moffen, narrige Pruisen en hongerlijdende Westfaalse indringers, zo werden de Duitse nieuwkomers in de tweede helft van de negentiende eeuw door Nederlanders genoemd.
De handel in Keulse potten in Nederland heeft een lange geschiedenis. In de 11de eeuw werd in Utrecht al melding gemaakt van invoer van ‘aardewerk’ uit het rijngebied of Keulen.