Al snel na Hitlers machtsovername op 30 januari verschenen de eerste vluchtelingen in Nederland, zowel Duitse als Duits-joodse vluchtelingen. Onder hen waren veel sociaaldemocraten en communisten.
De Nederlandse joodse gemeenschap richtte zelf organisaties op om vluchtelingen op te vangen. Veel vluchtelingen kwamen in Amsterdam terecht, waar verreweg de meeste joodse Nederlanders woonden.
Frankrijk, België, Zwitserland en Nederland waren bang om overspoeld te raken door vluchtelingen uit Duitsland, maar ook om het steeds machtiger wordende buurland voor het hoofd te stoten.