Introductie
De Nederlandse geschiedenis staat bol van migratie. Al in de Romeinse tijd, en nog eerder, kwamen mensen van heinde en verre naar de smalle kuststrook aan de Noordzee. Vanaf de 16e eeuw nam de migratie sneller toe, toen de toenmalige ‘Republiek’ zich razendsnel ontwikkelde tot de meest moderne economie ter wereld, met een mondiale uitstraling als gevolg van de handel met Aziatische (VOC) en Amerikaanse (WIC) en Afrikaanse landen. Met soms dramatische gevolgen voor mensen die slaaf werden gemaakt of tot arbeid werden gedwongen.
Veel nieuwkomers uit Europa, en een klein deel uit andere continenten, zagen nieuwe mogelijkheden en de vraag naar allerlei soorten arbeid was groot. De poorten van steden als Amsterdam stonden wagenwijd open en het aandeel in het buitenland geborenen was er eeuwenlang bijzonder hoog. Hun succesvolle integratie verliep primair via de arbeidsmarkt.
Terwijl de gebaande paden in de 19e eeuw minder druk belopen werden, nam de immigratie in de loop van de 20ste eeuw weer sterk toe, met – naast Europa- immigranten uit Indonesië en Suriname, ‘gastarbeiders’ uit het Middellandse Zeegebied, en meer recent hoger opgeleiden en vluchtelingen uit alle delen van de wereld. Terwijl aan de andere kant honderdduizenden Nederlanders emigreerden naar andere landen en werelddelen.
Hoe hun geschiedenis onlosmakelijk is verbonden met de plaats van Nederland in de wereld en met de ontwikkeling van Nederland zelf, daarover gaat deze (in 2022 vernieuwde) website.