Aruba
Aruba is, samen met Curaçao en Bonaire, een van drie (ABC) benedenwindse eilanden. Het ongeveer zo groot als Texel en er wonen zo’n 120.000 mensen. De eerste bewoners, Arawakken van het Zuid-Amerikaanse vasteland, vestigden zich er rond het jaar 1000. Een halve eeuw later vielen de Spanjaarden binnen en werd het eigendom van de Spaanse koning. In 1636 nam de Nederlandse West Indische Compagnie (WIC) de macht van de Spanjaarden over. De huidige bewoners stammen af van zowel de Arawakken, Nederlanders, Spanjaarden en andere Europeanen, maar ook van tot slaaf gemaakten uit Afrika. Omdat het eiland, waar papiaments wordt gesproken, niet geschikt was voor landbouw, werden er geen plantages aangelegd en bleef het aantal inwoners met Afrikaanse roots beperkt. Wel werd een deel van de oorspronkelijke bewoners tot slaaf gemaakt om in de mijnen van Santo Domingo (Hispaniola) te gaan werken. In de 20este eeuw komt de migratie naar Nederland een beetje op gang, met name van studenten die aan universiteiten in Leiden en Amsterdam gaan studeren. In 1955 verbleven er in totaal ongeveer vierhonderd Antillianen voor hun opleiding in Nederland. Vanaf de jaren zeventig komen er ook arbeidsmigranten, maar omdat het eiland onderdeel is van het Koninkrijk is en Arubanen vrij in en uit kunnen reizen, is er ook veel retourmigratie. Vanaf 1986 is Aruba een zelfstandige staat binnen het Koninkrijk en behoort het daarmee tot de Europese Unie. In 2004 woonden er bijna 14.000 op Aruba geborenen in Nederland, de meesten in de Randstad. In 2021 was dat geroeid tot bijna 30.000.