Bosnische berenleiders
In 1868 verschenen in Nederland migranten uit Bosnië die in gezinsverband met één of meerdere beren rondtrokken. De bruine Balkanberen die zij meevoerden, hadden ze getraind om op het ritme van een tambourijn te dansen en andere kunsten te vertonen. De autoriteiten beschouwden hen als 'zigeuners' en meenden dat zij daarom per definitie als ongewenste vreemdelingen behandeld moesten worden. In werkelijkheid slaagden de meesten van deze berenleiders, die in tenten of bij boeren overnachtten, erin om voldoende geld te verdienen. Ze traden vooral op straat op, maar soms ook vroegen lagere scholen hen om hun beren aan de kinderen te laten zien. Hoewel het slechts om kleine groepjes ging, liepen ze erg in het oog en de politie probeerde hen steeds weer over de grens te zetten. De laatste berenleiders vertoonden hun kunsten in de jaren '30 van de 20e eeuw. Net als de Hongaarse ketellappers emigreerden de meesten, met beren en al, naar Amerika.