Migratiebeweging

Emigratie naar Zuid-Afrika

Vertrek 'Tabinta' met emigranten voor Zuid-Afrika (1948)

Aarzelende emigratie tijdens de jaren 1930

Na de uitbraak van de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) tussen het Britse bestuur en de Zuid-Afrikaanse Boerenbevolking viel de migratie van Nederland naar de voormalige Kaapkolonie tijdelijk stil. Dat veranderde in de jaren 1930, toen Nederlanders naar Zuid-Afrika trokken om werk te vinden in de daar groeiende economie. De Nederlandsch Zuid-Afrikaanse Vereeniging (NZAV), de Stichting Landverhuizing Nederland en de nationalistische Afrikaners in Zuid-Afrika promootten sterk de taalkundige, historische en culturele banden tussen Nederland en de Boerenbevolking in Zuid-Afrika.

Toch liep het met de immigratie van Nederlanders naar de toenmalige Unie van Zuid-Afrika nog geen storm in de jaren dertig. De nieuwe staat stimuleerde weliswaar Europese immigratie om het aantal witte inwoners te vergrootten, maar de overheid stond huiverachtig tegenover een aanzienlijke Nederlandse immigratie uit angst voor een versterkte positie van de Afrikaanders. Daarom moesten alle niet-Britse migranten een migratie-vergunning aanvragen. Bovendien moesten ze bewijs kunnen voorleggen van hun economische zelfvoorzienigheid, gezondheid en goed gedrag, en van hun ‘inpasbaarheid binnen de blanke natie’. Die laatste categorie was ingevoerd uit antisemitische beweegredenen, om de immigratie van joden tegen te houden.

Nederlandse emigratie tussen 1945 en 1970

Na de Tweede Wereldoorlog nam de Nederlandse emigratie naar Zuid-Afrika sterk toe. In de periode tussen 1946 en 1978 vestigden ongeveer 44.000 Nederlanders zich in Zuid-Afrika. Aanvankelijk probeerde de Nederlandse overheid de emigratie nog te beperken om zoveel mogelijk mankracht te behouden voor de naoorlogse heropbouw. Vanaf 1947, een jaar voor de officiële invoering van het Apartheidssysteem, veranderde de regering echter haar houding omwille van de toenemende werkloosheid en het stijgende geboortecijfer in Nederland. Het Ministerie van Sociale Zaken ondersteunde aspirant-emigranten op financieel en logistiek vlak en KLM bood goedkope vliegtuigtickets aan voor de reis naar Zuid-Afrika. Het racistische Apartheidsbeleid van het Zuid-Afrikaanse regime vormde geen bezwaar voor de Nederlandse overheid om emigratie naar het land te stimuleren.

De internationaal georiënteerde regering van Jan Christian Smuts in Zuid-Afrika was ook sterke voorstander van meer Europese immigratie. Enerzijds zou die migratie de banden met de Europese landen versterken. Anderzijds hoopte Smuts via Europese immigratie tegenwicht te bieden aan de groeiende, zich emanciperende zwarte bevolking in Zuid-Afrika. Wel stelde de Zuid-Afrikaanse overheid de voorwaarde dat immigranten met communistische of nationaalsocialistische sympathieën niet toegelaten zouden worden. Toen in 1948 de Nationale Partij aan de macht kwam in Zuid-Afrika, werd het immigratiebeleid restrictiever. Er kwam een keuringscomité in Den Haag dat erop toezag dat enkel geschoolde Nederlanders naar Zuid-Afrika zouden migreren. Bovendien moesten emigranten een werkgevers- of garantieverklaring kunnen voorleggen die aantoonde dat ze een Zuid-Afrikaanse werkgever of Nederlandse overheidsinstelling hadden die voor hun economische situatie garant stond. Omwille van de grote tekorten in de Zuid-Afrikaanse auto- en metaalindustrie werd deze wetgeving uiteindelijk versoepeld in de jaren 1950.

De meeste Nederlanders die in de naoorlogse periode naar Zuid-Afrika vertrokken, kwamen uit Zuid- en Noord-Holland. Bovendien waren velen onder hen repatrianten uit voormalig Nederlands-Indië die niet konden aarden in de Nederlandse maatschappij. De meeste Nederlanders in Zuid-Afrika leefden gesegregeerd en gingen enkel om met een klein deel van de witte Zuid-Afrikaanse bevolking. Ze werkten voornamelijk in de administratieve en de dienstverlenende sector. Na het bloedbad van Sharpeville in 1960 keerde de Nederlandse overheid zich tegen het Apartheidsregime en stopte ze de actieve promotie van emigratie naar Zuid-Afrika. Uiteindelijk zou de Nederlandse emigratie naar Zuid-Afrika zo goed als stilvallen in de jaren 1970.

Foto

Steenkamp, 'Vertrek "Tabinta" met emigranten voor Zuid-Afrika', Anefo - Nationaal Archief (1948). 

Meer lezen?

Burnett, Andrew, The Dutch Rediscover the Dutch-Africans (1847–1900). Brother Nation or Lost Colony?(Leiden 2022).

Henkes, Barbara. ‘Een warm welkom voor blanke nieuwkomers? Nederlandse emigratie en Zuid-Afrikaanse natievorming (1902-1961)’. The Low Countries Journal of Social and Economic History 10, no.1 (2013): 2-39.

Obdeijn, Herman en Marlou Schrover, ‘Komen en gaan. Immigratie en emigratie in Nederland vanaf 1550’  (Amsterdam 2008).