Emigratie
Emigratie is de spiegel van immigratie en beziet migratie vanuit het land van vertrek. De achterblijvers zien degenen die weggaan als emigranten, terwijl diezelfde migranten elders immigranten worden beschouwd en behandeld. Opvallend is dat (hoewel het om dezelfde mensen gaat) emigranten vaak veel positiever worden bekeken dan immigranten. Dan komt vooral omdat hen om groepsgenoten gaat die zich onderscheiden door lef en initiatief om ergens anders een nieuw leven op te bouwen. Hoewel de meesten zich voornemen nooit meer terug te komen, is het aantal retourmigranten veel groter dan veel mensen zich realiseren. Zo keerde ongeveer een derde van de half miljoen Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog naar overzeese landen vertrokken (Canada, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland, Brazilië) na verloop van tijd weer terug. Omdat het leven in den vreemde tegenviel, ze te veel heimwee hadden, of juist omdat ze heel goed hadden geboerd en in Nederland op hun lauweren wilden rusten. Een vaak vergeten groep emigranten zijn degenen die vertrokken met het doel na verloop van tijd weer terug te keren, maar om allerlei redenen toch voorgoed wegbleven. Hetzelfde geldt voor emigranten die naar buurlanden afreisden. Anders dan de prototypische migrant werden zij niet uitgewuifd aan een kade of op Schiphol. Dat geldt met name voor de ongeveer 100.000 Nederlanders die vanaf 1870 naar het Duitse Ruhrgebied vertrokken om nooit meer terug te keren. Hoewel werk het belangrijkste motief is om te emigreren, spelen ook religieuze en politieke redenen een belangrijke rol. Denk aan streng gereformeerden die naar Michigan vertrokken om daar hun eigen gemeenschap op te bouwen.