Hugenoten
Tussen 1680 en 1720 ontvluchtten waarschijnlijk zo’n 150.000 Franse protestanten - Hugenoten genaamd - hun vaderland. Ongeveer 35.000 à 50.000 van hen kwamen naar Nederland. Veel Nederlandse steden waren blij met deze vluchtelingen, vanwege hun geld, kennis en contacten. Door hun komst kreeg de economie een stevige impuls. De Hugenoten kregen dan ook allerlei gunstige rechten. Zo hoefden ze bijvoorbeeld niet te betalen voor het lidmaatschap van de gilden. Toen na enige tijd bleek dat de migranten niet allemaal rijk waren, kwam er kritiek los. Bovendien werden de vluchtelingen belachelijk gemaakt om de manier waarop ze gekleed gingen en vanwege hun spraak. De Nederlanders vonden de Franse nieuwkomers wuft en arrogant. Daar kwam bij dat ze lang vasthielden aan de Franse taal en hun eigen (Waalse) kerken.