Molukkers
In 1951 kwamen 12.500 Molukkers per boot naar Nederland; 3.500 Molukse soldaten uit het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) en hun gezinnen. Na de Tweede Wereldoorlog hadden Indonesische nationalisten op 17 augustus 1945 de onafhankelijke Republiek Indonesië uitgeroepen. Nederland accepteerde dit niet en probeerde in eerste instantie, onder andere met militaire acties, het koloniale gezag te herstellen. Na vier jaar moest Nederland echter de onafhankelijkheid van Indonesië erkennen en werd op 27 december 1949 de soevereiniteit overgedragen. In de politieke turbulentie rond de dekolonisatie van Indonesië werd in de Zuid- Molukken (in het oosten van de Indonesische archipel) een eigen staat uitgeroepen, de Zuid Molukse Republiek. Molukse militairen die op dat moment nog in Nederlandse dienst waren en zich buiten de Zuid-Molukken bevonden, steunden die nieuwe republiek. Omdat deze groep Molukkers het slachtoffer dreigde te worden van de politieke spanningen, werd zij naar Nederland overgebracht. Tussen 23 maart en 21 juni 1951 kwamen de Molukkers in de havens van Rotterdam en Amsterdam aan voor een tijdelijk verblijf. Hoewel verreweg de meeste Molukkers KNIL-militairen waren, maakten ook kleine groepen Molukkers in dienst van de marine, politiemensen en burgers deel uit van de passagiers.