Migratiebeweging

Vietnamese bootvluchtelingen

Na 1975 ontvluchtten ongeveer 2 miljoen Vietnamezen hun land, merendeels in zeer gammele bootjes. Ze werden overvallen door Thaise piraten en een deel van hen verdronk in de Golf van Tonkin. Een drama voor de Vietnamese kust zorgde dat Vietnamese vluchtelingen in Nederland in het centrum van de belangstelling kwamen te staan. In de vroege ochtend van 23 juni 1979 werd een bootje met meer dan driehonderd vluchtelingen aan boord vastgemaakt aan de ankerkabels van het Nederlandse schip Neddrill 2, dat voor de Vietnamese kust naar olie boorde. De vluchtelingen vroegen om hulp. Aan boord van de Neddrill 2 leidde dat tot heftige discussies, totdat het bootje plotseling begon te zinken. De bemanning van de Neddrill 2 kwam de vluchtelingen met alle middelen te hulp, maar kon niet verhinderen dat tachtig mensen voor hun ogen verdronken.

De Vietnamese overheid eiste dat de overige vluchtelingen in Vietnam aan land werden gebracht en stuurde een kanonneerboot om het verzoek kracht bij te zetten. Cees Hoek, kapitein van de Neddrill 2, weigerde de vluchtelingen over te dragen. Er werd een schip gekocht, waarmee de vluchtelingen naar veilige internationale wateren moesten worden gebracht. De Vietnamese overheid stemde hiermee in. Zodra de vluchtelingen echter aan boord van het schip waren, dwong een schip van de Vietnamese marine het met schoten voor de boeg om alsnog naar Vietnam te varen. Daar werden de mannen van de vrouwen en kinderen gescheiden en allemaal werden ze vastgezet. Er volgde een periode van onderhandelingen en uiteindelijk mochten deze vluchtelingen begin september per vliegtuig naar Schiphol vertrekken. Het hele drama werd door de Nederlandse pers nauwlettend gevolgd, en dat leidde tot sympathieke reacties op de komst van deze vluchtelingen.

Over Vietnam en de bootvluchtelingen