Mijnwerkers uit Slovenië

Anton Kozole

Anton Kozole werd in 1905 geboren in Veliki Kamen (Slovenië). Na de lagere school ging hij in de leer bij een kleermaker. Hij was drie jaar leerling, vervolgens drie jaar gezel en eindigde zijn opleiding met de meesterproef. In het dorp leerde hij zijn toekomstige vrouw kennen, Teresija Krosl (Brezina 1907). Toen hij na zijn militaire dienst vergeefs probeerde werk te krijgen als kleermaker, besloot hij in 1927 te vertrekken naar Nederland, waar hij bekenden had wonen.

Zijn vrouw liet hij achter in Slovenië. In Zuid-Limburg zocht hij drie dagen naar werk in zijn métier, maar ging uiteindelijk de mijn in. Hij trad in dienst van de Oranje Nassau IV, maar besteedde iedere vrije minuut aan zijn vak en het opbouwen van een klantenkring. Vijf maanden na zijn vestiging in de Mijnstreek keerde hij de mijn de rug toe, om fulltime aan de slag te gaan als zelfstandig kleermaker in Heerlen. Al na twee maanden kon hij twee gezellen in dienst nemen en in 1930 liet hij zijn vrouw overkomen. Zijn drie dochters werden in Heerlen geboren.

Tijdens de oorlog behoorde Anton Kozole met Franc Gril en Anton Robek sr. tot de drie belangrijkste en meest uitgesproken vertegenwoordigers van de Katholieke Sloveense gemeenschap in Limburg. Ze zouden zich openlijk hebben uitgesproken tegen de Duitse bezetter en zaten een tijdje ondergedoken. Na de oorlog namen ze gedrieën stelling tegen de Sloveense communisten, die door druk uit te oefenen Sloveense emigranten wilden overhalen terug te keren naar het vaderland. Anton Kozole was in die tijd de voorzitter van het Verbond van Joegoslavische St. Barbara verenigingen, kortweg: Zveza (het Verbond). Een functie die eind jaren zeventig werd overgenomen door zijn schoonzoon Frans Jančič. Anton Kozole en Teresija Krosl waren beiden lid van de St. Barbara vereniging Heerlen en van het zangkoor Zvon.

Anton Kozole overleed te Heerlen op 15 juli 2001.