Laetitia Griffith
Laetitia Griffith is geboren in Suriname. In 1987 stapte ze op het vliegtuig naar Nederland, met haar vwo-diploma op zak, om te studeren en daarna een goede baan te zoeken. In 2003 kwam ze namens de VVD in de Tweede Kamer. Daarnaast was ze korte tijd wethouder Financiën en Economische zaken in Amsterdam.
Mijn jeugd in Suriname
Ik groeide op in Paramaribo en in Nickerie, als tweede meisje in een vrij traditioneel gezin met vijf dochters. Mijn vader was een beroemde voetbalspits die in 1964 deel uitmaakte van het Surinaamse olympische team.
Leergierig
Al op jonge leeftijd was ik heel leergierig. Toen mijn oudere zus al naar school mocht en ik nog niet, kon ik dat maar moeilijk accepteren. Op een ochtend was ik, op driejarige leeftijd, spoorloos verdwenen. Ik was mijn oudere zus achternagegaan en achter in de klas gekropen. Ik wilde zo graag ook naar school! Scholing heeft in mijn verdere leven daarna bepaald waar ik ging wonen.
Tot mijn tiende woonde ik in Paramaribo, daarna verhuisden we naar Nickerie, een dorpje tussen de rijstvelden. Voor mij was dit een tijd van grote vrijheid, waarin ik eindeloos buiten speelde. Maar om mijn middelbare schooldiploma te halen moest ik terug naar Paramaribo. En dus ging ik, om verder te kunnen leren, bij mijn oma wonen.
Vertrek naar Nederland
De band van mijn familie met Nederland was heel sterk. Van moederskant woonde de hele familie al in Nederland, van vaderskant ook een aantal ooms en tantes. Zij waren in de jaren '70 voor de onafhankelijkheid van Suriname, naar Nederland gekomen. Mijn moeder was er al een paar keer geweest omdat haar moeder, zussen en broers hier woonden. Ze vertelde ons veel over Nederland.
Studeren in het buitenland
Voor mij was het na de middelbare school dan ook een logische stap om in Nederland te gaan studeren. Als ik in Suriname naar de universiteit was gegaan zou ik steeds dezelfde mensen zijn tegengekomen, omdat iedereen elkaar in Suriname kent. Ik dacht: buiten Suriname heb ik veel meer mogelijkheden, ik kan nu een belangrijke stap zetten. Studeren in het buitenland was heel gebruikelijk bij mijn vriendinnen, het was vooral de vraag wáár je ging studeren. Sommigen gingen naar Cuba, anderen naar de Verenigde Staten of Nederland. Ik koos voor Nederland omdat ik hier geen taalbarrière had en er al veel familie van me woonde.
Alleen naar Nederland
In 1987, op mijn twintigste zette ik dan mijn eerste echt grote stap, een stap waar ik nooit spijt van heb gehad: ik nam het vliegtuig naar Nederland, alleen. Ik had een jaar voor de overtocht gespaard. Haast niets had ik bij me: één koffer, een VWO-diploma en 350 gulden. Mijn droom was rechten studeren en een fatsoenlijk inkomen verdienen. Ik ging in Amsterdam studeren en trok daar in bij een oom.
Thuis in Nederland
Mijn eerste herinnering aan Nederland is de kou. Hoewel ik in augustus 1987 aankwam vond ik het toch koud. Ik had me niet gerealiseerd hoe dat zou voelen. Ik associeerde de kou met het vriesvak in de koelkast en had het idee in een vrieskist rond te lopen. Ik begreep lange tijd niet hoe die koude lucht hier toch gezond kon zijn, omdat gezonde lucht voor mij in Suriname een warme wind was. De kou associeerde ik met een afgesloten, bedompte ruimte. Ook de eerste keer sneeuw kan ik me nog goed herinneren. Ik ben toen met mijn zussen en hun kinderen gaan rollen in de sneeuw. Dat hoor je niet te doen als volwassene, maar ik heb het nu nog steeds als er sneeuw ligt. Ik wil voelen hoe ver ik wegzak in de sneeuw, hoe zacht het voelt.
Maar ik had geen moeite om te wennen in Nederland. Suriname leek in veel opzichten op Nederland en was erg op het westen gericht. Alleen was Nederland drukker en professioneler. In Suriname hadden we dezelfde televisieprogramma’s en dezelfde auto’s. Veel van de Nederlandse etenswaren en kleding kende ik al omdat we ze in dozen opgestuurd hadden gekregen van familie uit Nederland. Jos Steenman, het bedrijf dat de dozen vanuit Nederland vervoerde, was een begrip in Suriname.
Studeren en dan een goede baan
Terugkijkend beseft ik dat ik in de beginperiode in Nederland niet zo bezig was met het ontdekken van mijn nieuwe omgeving. Ik had eigenlijk maar één ambitie: ik wilde studeren en daarna snel een baan vinden. Mijn blik was gericht op het bereiken van dat doel. Ik voelde een grote prestatiedruk ten opzichte van de andere studenten, omdat ik wat ouder was dan de meesten van hen. De concurrentie was groot, want er was weinig werk in de jaren negentig. Ik was vooral bezig met de vraag hoe ik me kon onderscheiden van de rest.
Nadat ik mijn rechtenstudie succesvol had afgerond, lukte het om snel een goede baan te vinden. Ik werd in 1993 juridisch medewerker bij het Ministerie van Justitie, kwam in 2003 voor de VVD in de Tweede Kamer, was van 2005 tot 2006 wethouder Financiën en Economische zaken in Amsterdam en ben nu opnieuw Tweede Kamerlid voor de VVD.
Surinaamse achtergrond
Mijn Surinaamse achtergrond is nog steeds heel belangrijk voor mij. Met name het samenleven van veel verschillende culturen binnen één land heeft mij sterk gevormd. Er is door de slavernij en de contractarbeiders die in de koloniale tijd uit andere landen naar Suriname zijn gehaald in Suriname een kleurrijke mix van culturen ontstaan, met creolen, Hindoestanen, Javanen, Chinezen, Nederlanders, bosnegers en indianen. Daar ben ik mee opgevoed. Dat is voor mij mijn Surinaamse identiteit.
Opgegroeid met diversiteit
Als kind was het voor mij normaal de diversiteit te zien in levensstijl, in geloof, in uiterlijkheden, in eten. Ik had een Hindoestaanse vriendin toen ik dertien was. Als ik haar op ging halen was er soms een kerkdienst gaande in haar huis. Als je tussen zoveel culturen opgroeit, leer je anderen te respecteren. Je leert dat mensen verschillende geloven aanhangen, dat mensen anders zijn dan jij en dat je vriendinnen een andere achtergrond hebben.
Saamhorigheid
Ik heb altijd een grote saamhorigheid ervaren tussen mensen met verschillende culturele achtergronden. En volgens mij wordt deze saamhorigheid tussen Surinamers onderling de laatste tijd alleen maar sterker. Er heeft ook een vermenging van de culturen plaatsgevonden, wat je bijvoorbeeld ziet op feestjes. Er is roti, wat oorspronkelijk Hindoestaans is, en bami en saotosoep, wat Javaans is. Dat is allemaal geïntegreerd in de Surinaamse keuken. Deze culturele diversiteit, de saamhorigheid en vermenging is voor mij de Surinaamse cultuur die ik wil overdragen en die ik mooi vind. We hebben geleerd ondanks de verschillen vreedzaam met elkaar samen te leven.
Boekenverzameling
Het boek ‘Suriname, land van mogelijkheden’ is onderdeel van mijn verzameling boeken over Suriname. Ik ben in Nederland begonnen met het verzamelen van boeken. Ik heb er vele markten voor afgestruind. Dit boek vind ik mooi omdat erin duidelijk de nauwe verbondenheid tussen Suriname en Nederland getoond wordt. De foto’s roepen nostalgie bij mij op.
Suriname is eigenlijk in al die tijd weinig veranderd. Dat vind ik altijd bijzonder als je door de straten loopt, je voelt de nostalgie. De huizen zien er nog hetzelfde uit. Alleen bijvoorbeeld de foto van hotel Torarica is duidelijk uit het verleden. Je ziet hier alleen blanken op de foto, nu liggen daar vooral donkere mensen aan het zwembad. Dat doet me goed.
Bauxiet
Deze zakjes met Surinaamse grondstoffen hangen bij mij in de studeerkamer. Suriname is rijk aan verschillende grondstoffen: van rode aarde tot bauxiet. Het geeft de mogelijkheden aan van Suriname, en ook de relatie met Nederland, want een tijd lang was Suriname ook belangrijk voor Nederland vanwege bauxiet. Voor veel Surinamers is de rode aarde, gekleurd door de bauxiet, bijzonder.
Dierbaar voorwerp
Dit houtsnijwerk in de vorm van Suriname met de Surinaamse vlag heb ik kado gekregen. Veel Surinamers hebben dit ergens in huis staan. Houtsnijwerk is belangrijk voor Suriname.
Geef je eigen leven vorm!
Vanwege mijn achtergrond voel ik een extra verantwoordelijkheid tegenover migrantenjongeren in Nederland. Door mijn eigen migratieverleden kan ik mij gemakkelijker verplaatsen in immigranten die nu de zondebok zijn, én kan ik hen aanspreken op hun eigen rol en verantwoordelijkheid om het tij te keren.
Ik probeer jongeren te stimuleren om niet achterover te leunen en anderen de schuld te geven, maar hun lot in eigen hand te nemen. Vanuit mijn Surinaamse achtergrond kan ik dit beter doen dan autochtone Nederlanders. Jongeren moeten beseffen dat ze een individu zijn, dat je ervoor kan kiezen je eigen leven vorm te geven en niet in een vicieuze cirkel hoeft te belanden. Ik heb een aantal ROC-scholen geadopteerd en probeer zo mijn bijdrage te leveren aan het betrekken van jongeren bij de samenleving. Onderwijs is voor jongeren de enige weg.
Als ik kijk naar de situatie in Nederland met betrekking tot het immigratie- en integratievraagstuk en hoe er nu aangekeken wordt tegen Marokkanen denk ik dat we kunnen leren van het verleden. In de jaren '70, toen er veel Surinamers na de Onafhankelijkheid van 1975 naar Nederland kwamen, waren Surinamers ook heel negatief in het nieuws. Nu is een groot deel van de Surinamers geïntegreerd, ze hebben goede banen, zijn ondernemer, advocaat, arts, politicus of werkzaam in de verpleging en het onderwijs. Ik geloof dat iedere cultuur die hier probeert wortel te schieten bepaalde fases doorloopt.
Historisch besef is belangrijk voor de integratie en acceptatie van migranten in de Nederlandse samenleving. Nederlandse jongeren weten tegenwoordig nog heel weinig over de relatie tussen Nederland en Suriname, en daarmee over de achtergrond van vele Nederlanders die wortels hebben in Suriname. Veel jongeren begrijpen bijvoorbeeld niet waarom er Nederlands gesproken wordt in Suriname. Ze weten heel weinig van het koloniale verleden van Nederland. Suriname is voor veel jongeren echt een ver-van-mijn-bed-show. Gelukkig komt daar de laatste tijd wel wat verandering in doordat veel Nederlandse studenten naar Suriname gaan om stage te lopen of onderzoek te doen.