Otto Huiswoud en Hermina Dumont: een activistisch echtpaar als spil in de Black Atlantic
Anders dan de Surinaamse activist Anton de Kom hebben zijn land- en generatiegenoten Otto Huiswoud (1893-1961) en Hermina Dumont (1905-1998) bij het grote publiek nooit veel bekendheid verworven. Toch is hun internationale levensloop minstens zo interessant. Net als De Kom heeft het echtpaar Huiswoud zich gedurende hun hele leven ingezet tegen kolonialisme en racisme.
Weg uit Suriname
Otto Huiswoud werd geboren in 1893. Zoals bij vele Surinamers van gemengde afkomst lokte ook voor het gezin Huiswoud Nederland als bestemming voor werk en onderwijs. Otto’s oudste broer Bert vertrok naar het land van de koloniale machthebber, nam dienst in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) en kwam zo in de Oost terecht. Ook Otto wilde weg uit Suriname en zijn vader zette hem in 1910, hij was toen zestien, op een boot naar Nederland. Althans, dat dacht hij. In werkelijkheid wendde het schip de steven naar Brazilië en Argentinië om vandaar naar New York te varen.
Aangekomen in New York kwam Huiswoud in aanraking met kringen van radicale zwarte Amerikanen in Harlem, waar al voor de Eerste Wereldoorlog veel zwarte immigranten uit het Zuiden van de VS zich vestigden. Zo ontmoette Otto ook Hermina Dumont, die net als hem actief was binnen de lokale tak van de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), een belangrijke burgerrechtenbeweging. Hermina was op veertienjaarige leeftijd met haar moeder van Brits-Guyana naar de VS gemigreerd. De twee geraakten al gauw bevriend en trouwden in 1926.
Zwart activisme in communistische kringen
Huiswoud viel op binnen de Amerikaanse Socialistische Partij omwille van zijn talent voor het organiseren van stakingen van zeelieden en al gauw ontpopte hij zich tot een toonaangevende stem binnen de groep zwarte Amerikanen en jonge zwarte radicalen uit het Caraïbische gebied. In diezelfde periode stonden Otto en Hermina Huiswoud aan de wieg van de Amerikaanse communistische partij als enige kleurling van de 94 afgevaardigden. Het lijkt dan ook geen toeval dat de communistische partij als enige in de VS een paragraaf wijdde aan wat toen het ‘Negro problem’ werd genoemd en waarvan Otto hoogstwaarschijnlijk een van de auteurs is geweest. Hermina speelde eveneens een cruciale rol bij de organisatie van politieke evenmenten voor de partij.
Het organisatietalent van Otto en Hermina trok de aandacht van de Communistische Internationale (Komintern) in Moskou, waar Huiswoud als afgevaardigde van de Amerikaanse communistische partij werkte. Zo werd hij de spil van het ‘Negro Bureau’ van de Komintern, een bureau met de taak om de revolutionaire gezindheid onder zwarte arbeiders, met name zeelieden, in het Atlantisch gebied te bevorderen. Hermina werd een belangrijke vertaler voor de Komintern. Hun Nederlandse paspoort was mooi meegenomen, maar het echtpaar Huiswoud speelde voornamelijk een belangrijke rol omwille van hun groot netwerk en hun ruime ervaring in het organiseren van zwarte arbeiders in vakbonden.
Als hoofd van het ‘Negro Bureau’ kreeg Huiswoud de leiding over de International Trade Union Committee of Negro Workers, opgericht in 1928 onder invloed van de Komintern in Moskou. Een tweede belangrijke taak voor hem was de redactie van het blad The Negro Worker dat uitgegeven werd door deze internationale vakbond. Hermina ondersteunde hem en schreef regelmatig artikelen voor The Negro Worker. Het eerste nummer verscheen in Moskou, maar al snel verhuisde het secretariaat naar Hamburg in West-Europa. Toen de Nazi’s in 1933 daar aan de macht kwamen, nam het echtpaar de wijk naar Parijs, op dat moment een centrum van zwarte activisten uit het Franse koloniale rijk. The Negro Worker werd verspreid onder zwarte zeelieden in havensteden als Antwerpen, Hamburg, Amsterdam en Cardiff. Zij smokkelden de rest van de oplage mee en verspreidden het blad in West-Afrika, Zuid-Afrika, het Caribisch gebied en de Verenigde Staten. Doel was zwarte arbeiders bewust te maken van koloniale onderdrukking, uitbuiting en racisme en hen aan te zetten zich te organiseren en te verzetten. Opnieuw bleken Otto en Hermina uitstekende organisatoren en ze bouwden in korte tijd een indrukwekkend netwerk op in wat de ‘Black Atlantic’ ging heten.
Amsterdam en de Black Atlantic
Na de oorlog belandde Otto Huiswoud in Amsterdam en werd hij actief in de in 1919 opgerichte vereniging ‘Ons Suriname’, waarvan hij in 1954 voorzitter werd. Samen met Hermina werd hij de spil van een dynamische club met de antikoloniale strijd en anti-racisme als speerpunt. Huiswoud, met zijn enorme organisatorische ervaring, wist menig jonge Surinaamse student aan zich te binden en zette opnieuw een internationaal netwerk op.
Het aantal Surinamers groeide in die tijd gestaag. In 1960 woonden er alleen al in Amsterdam zo’n 1500 Surinaamse studenten en arbeiders. De Huiswouds namen niet alleen hun ideeën opgedaan in Harlem, Kingston, Moskou en Parijs mee naar Nederland, maar ze brachten ook beeldbepalende personen uit hun Black Atlantic netwerk naar Amsterdam, zoals de bekende Afro-Amerikaanse activisten W.E.B. DuBois en James Baldwin.
Met de oprichting van de Amsterdamse Black Archives in 2015, die onder meer het archief van Ons Suriname beheert, is de erfenis van het echtpaar Huiswoud weer uiterst actueel. Na de dood van George Floyd in Minnesota in mei 2020 kreeg de Amerikaanse Black Lives Matter-beweging een enorme stimulans en groeide razendsnel uit tot een nieuwe ‘Black Atlantic’, waarin ervaringen van institutioneel racisme internationaal breed werden gedeeld. Het is terecht dat de huidige generatie zwarte activisten in Nederland de herinnering aan Otto Huiswoud en zijn vrouw Hermina Dumont hooghoudt.
Meer lezen?
'Migratie als DNA van Amsterdam, 1550-2021' - Jan Lucassen en Leo Lucassen