Turkije
De huidige Turkse landsgrenzen werden na de Eerste Wereldoorlog bepaald. Daarvoor was Turkije onderdeel van het enorme Ottomaanse Rijk. Binnen dit Rijk was migratie gewoon. Ook was er veel migratie tussen het oostelijke deel van Europa en het Ottomaanse Rijk. Onder leiding van Mustafa Kemal (Atatürk) werd Turkije onafhankelijk in 1923. Het werd een seculiere staat met overwegend moslims, maar ook een aantal minderheidsgroepen. Zo woonden in het oosten veel christenen en in het zuidoosten veel Koerden. Na de tweede wereldoorlog ontstond grote werkloosheid in Turkije op het platteland en in de steden. Dit leidde tot veel emigratie, vooral naar West-Europa.
Migratie naar Nederland
De migratie van Turken naar Nederland kwam in de tweede helft van de 20ste eeuw op gang. Eerst vanwege economische motieven, later door de politieke omstandigheden in Turkije. Naar Duits voorbeeld ging ook Nederland in de jaren '60 op zoek naar arbeidskrachten in Turkije. Vele duizenden jonge mannen werden geworven voor werk in Nederlandse bedrijven. De pioniers waren gastarbeiders die in het midden van de jaren '60 in Nederland arriveerden. Later werden zij gevolgd door hun familieleden. Nadat halverwege de jaren '70 de periode van werving in Nederland was afgesloten, verzochten enkele duizenden Turken om toelating als vluchteling. Dit waren groepen christenen en Koerden, beide afkomstig uit Zuidoost-Turkije. Zowel Turkse Koerden als christenen stuitten op een afwijzende Nederlandse overheid. Jarenlange, vaak ingewikkelde procedures, waren het gevolg. Slechts na lang wachten en inschakeling van media en actiegroepen kregen zij permanente toelating.