Migratiebeweging

Adoptiekinderen uit Azië

Sinds de vroege jaren '70 heeft de adoptie van kinderen uit het buitenland een hoge vlucht genomen. Behalve uit Zuid-Korea kwamen er kinderen uit Thailand, Sri Lanka, India, Bangladesh en Indonesië en nog wel andere landen naar Nederland. Die steeds grotere vraag kwam door het stijgen van de leeftijd waarop vrouwen in het Westen een kind wilden. Hierdoor nam de kans op ongewenste kinderloosheid toe. In 1967 vertelde de naar Amerika geëmigreerde Nederlandse schrijver Jan de Hartog in het populaire televisieprogramma Mies en scène met veel warmte over zijn twee geadopteerde Koreaanse kinderen. Zijn optreden bracht talrijke Nederlandse ouderparen op het idee een adoptiekind te gaan zoeken in de zwaar door de oorlog getroffen landen in Azië. De kinderen van veel alleenstaande moeders in Korea en Vietnam hadden vaak nauwelijks een kans om een bestaan op te bouwen. Adoptie bood dan een kans op een stabiele toekomst elders.

Toch was de werkelijkheid achter dit beeld niet altijd geheel correct. De Nederlandse overheid negeerde jarenlang misstanden bij interlandelijke adopties. Een onderzoekscommissie ontdekte onder meer dat er op grote schaal met documenten was gesjoemeld en dat kinderen waren verhandeld. De Nederlandse overheid negeerde meldingen van misstanden en legde de verantwoordelijkheid bij autoriteiten in het buitenland. Namens het kabinet bood minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD) begin februari 2021 aan geadopteerde mensen excuses aan, voor de lakse houding van de regering. Het idee dat adoptie een goede daad is, was volgens Dekker een verklaring voor het wegkijken van de overheid, maar geen rechtvaardiging. Het kabinet schortte per direct, op aanbevelen van de onderzoekscommissie, alle nieuwe interlandelijke adopties tijdelijk op.