Gezinsmigratie
Gezinsleden die migranten achterna reizen, vaak partner (zowel mannen als vrouwen) en kinderen, vormen naast arbeidsmigratie de belangrijkste vorm van migratie. Daarmee is er een overlap met zowel arbeidsmigratie als gedwongen migratie. Denk in het laatste geval aan wat autoriteiten tegenwoordig ‘nareizigers’ noemen als het om gezinsleden van erkende vluchtelingen gaat. De migratie van gezinsleden vindt plaats wanneer de pioniers, vaak mannen, maar ook vrouwen, tot de conclusie komen dat zij niet op korte termijn terug zullen keren en niet langer blijvend gescheiden willen leven van hun gezin. Soms vinden overheden in landen van bestemming dit een goed teken, omdat migranten daarmee aangeven een stabiel onderdeel van de bevolking te willen worden. Bovendien worden alleenstaande mannen vaak als een (seksuele en criminele) bedreiging gezien voor de eigen bevolking en wordt gezinsmigratie beschouwd als een stabiliserende factor. Dat was bijvoorbeeld het geval in de Verenigde Staten na de Eerste Wereldoorlog en in Frankrijk rondom 1900. In andere gevallen kan gezinsmigratie juist als een bedreiging worden ervaren omdat het aantal immigranten daarmee sterk toeneemt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de gezinshereniging van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders, waardoor de omvang van deze groepen in korte tijd vervijfvoudigde. Vooral in tijden van toenemende angst voor immigranten maken politici de regels voor gezinsmigratie strenger, terwijl landen die bewust immigranten werven gezinsmigranten juist met open armen ontvangen.