Migratiebeweging
Asjkenazische Joden uit Duitsland
In de 18e eeuw kwamen nog steeds veel vluchtelingen naar de Republiek. Halverwege de achttiende eeuw waren al tienduizend Asjkenazische Joden uit Duitsland, Polen en Rusland in Nederland. Tussen 1750 en 1800 liep dat aantal op tot twintigduizend. Zij vertrokken naar Nederland omdat zij vervolgd werden, maar ook economische motieven speelden een rol. Joden waren van bijna alle beroepen uitgesloten en waren daardoor gedwongen via ambulante handel aan de kost komen. Integratie na twee of meer generaties was weliswaar de regel, maar betekende niet noodzakelijkerwijs maatschappelijk succes, zoals bij de joden die tot 1796 bij wet van de meeste banen waren uitgesloten en grotendeels tot de armsten behoorden.