Migratiebeweging

Belgische soldaten in het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL)

Na 1800 werd Indië officieel een Nederlandse kolonie. De naam veranderde toen in Nederlands-Indië. De V.O.C. werd opgeheven en haar bezittingen werden overgedragen aan de Nederlandse staat. In de plaats van het V.O.C.-leger kwam er een Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Zeelui die in dienst waren geweest van de VOC, kwamen nu in dienst van de Nederlandse staat. Het bleef overigens veel moeite kosten om voldoende personeel te vinden. Het KNIL richtte zich actief op werving dichtbij, namelijk in België en Duitsland, maar ook in andere landen zoals Zwitserland en zelfs in Ghana werden soldaten voor het Indische leger geworven. Bekend zijn ook de Molukkers die voor het KNIL werkzaam waren.

Onder de Nederlandse bevolking was in de 19e eeuw weinig animo om naar de kolonie te vertrekken, omdat de sterftecijfers aan boord en in Indië hoog waren. De Nederlandse staat zocht daarom, net als voorheen, haar werknemers in het buitenland. Vanuit het koloniale depot in Harderwijk werden de manschappen naar Nederlands-Indië uitgezonden. In de tijd van de V.O.C. meldden buitenlandse vrijwilligers zich spontaan maar voor het nieuwe koloniale leger was actieve werving nodig. Men richtte zich bij de werving vooral op landen als België, Duitsland en Zwitserland. Met de koloniale oorlogen in de tweede helft van de 19e eeuw nam de behoefte aan buitenlandse soldaten alleen maar toe.