Hongaarse studenten
Vanaf de 17de eeuw kwamen enkele honderden Hongaarse studenten in Nederland studeren, omdat er in hun land van herkomst destijds geen universiteit was. Pas in 1635 werd in Nagyszombat de rooms-katholieke Universitate Tyrnaviense opgericht. Hongaarse studenten waren voor hun studie dus lange tijd afhankelijk van toelating aan universiteiten in Duitsland, Zwitserland en Engeland. Ook de nieuw opgerichte universiteiten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden trokken al snel veel buitenlandse studenten. Onder hen ook Hongaren, die voor hun studie vooral naar de Universiteit van Leiden (1575) of naar de Universiteit van Franeker (1585) trokken. Later volgden zij eveneens opleidingen aan de Universiteit Groningen (1614), de Universiteit van Utrecht (1636) en de nieuwe Universiteit van Harderwijk (1648). De protestantse Hongaren kwamen in die tijd vooral voor een studie in theologie.
Deze studentenmigratie, in het Hongaars ook wel peregrinatio genoemd, duurde zeker tot het einde van de achttiende eeuw en werd na de Eerste Wereldoorlog in mindere mate voortgezet.