Migratiebeweging
Ketellappers uit Hongarije
Vanaf halverwege de negentiende eeuw kwamen kleine groepjes Hongaren naar Nederland. Volgens het Haagse weekblad waren de migranten die in 1909 in Den Haag aankwamen ‘Mooie typen de mannen met gitzwarte hare en oogen, maken in hun nationaal costuum een goeden indruk- terwijl de vrouwen met hare vlechten, waaraan tal van munten, (één zag ik er met 30 goudstukken van Maria-Theresia), even behoorlijk als goedig eruitzien’. Zij trokken met hun families rond met paard en wagen. Ondertussen verdienden ze de kost met het repareren van potten en pannen. Ze woonden in tenten. De meeste van de rondtrekkende Hongaarse families emigreerden later naar Zuid-Amerika en Noord-Amerika. Een klein aantal bleef uiteindelijk in Nederland.