Migratiebeweging

Mijnwerkers uit Polen (1910-1920)

Tot 1910 trokken enkele honderden Polen naar Limburg om in de mijnen aan de slag te gaan. Het grootste deel hiervan was woonde en werkte daarvoor al in Duitsland. Redenen om naar Nederland te trekken waren zowel politiek als economisch. Zo vluchtte een deel van hen vanuit Pruisen vanwege de daar aanwezige anti-Poolse sentimenten. Daarnaast trokken er veel contractarbeiders, die voorheen in mijnen in het Ruhrgebied werkten, naar Limburg. Zij konden het werk doen dat veel Nederlanders niet wilden of konden doen. Er was namelijk een groot tekort aan geschoold mijnpersoneel onder de Nederlanders. Ook waren veel Nederlanders niet te spreken over de gebrekkige sociale voorzieningen die geboden werden. In de periode 1914-1918 trokken veel in Duitsland woonachtige Polen naar Limburg om zo de Duitse dienstplicht te ontwijken. Zij traden illegaal over de grens in de hoop in de mijnen aan het werk te kunnen. In 1920 waren er zo’n 1000 Polen werkzaam in de Limburgse mijnen. Dit zijn echter alleen de Polen die zich onderdeel van de pas opgerichte onafhankelijke Poolse staat beschouwden. Veel uit Duitsland afkomstige Polen zitten dus niet bij dit cijfer in.