Hongaarse vluchtelingen

György Habetler

Bij de Russische inval in Hongarije in 1956 vertrok György Habetler (1934) in het gezelschap van zes vrienden naar Oostenrijk. In het opvangkamp gaven ze te kennen naar Australië te willen, maar daarvoor waren lange wachtlijsten. Eén van zijn vrienden zag in het kamp zijn zus, die al lang vóór de oorlog met een kindertransport naar Nederland was gegaan. Zij werkte als tolk bij de Hollandse delegatie die mensen op kwam halen en heeft de mannen omgepraat. Zo zijn ze in Nederland terechtgekomen.

Imre Tölgyesi, György Habetler, Jozsef Kis, Zsigmund Nagy en Miklós Boldizs, twee jaar nadat zij uit Hongarije naar Nederland waren gevlucht (Numansdorp, 1958). Collectie: Historisch Beeldarchief Migranten/IISG
Imre Tölgyesi, György Habetler, Jozsef Kis, Zsigmund Nagy en Miklós Boldizs, twee jaar nadat zij uit Hongarije naar Nederland waren gevlucht (Numansdorp, 1958). Collectie: Historisch Beeldarchief Migranten/IISG

In Den Haag kwamen bij het bureau van de Nederlandse Federatie voor Vluchtelingenhulp vele aanbiedingen binnen van gezinnen die vluchtelingen wilden opnemen. György Habetler kwam terecht bij een gezin dat hem wegwijs maakte in de Haagse samenleving en hem de eerste woordjes Nederlands leerde. Zijn hart ging uit naar voetbal; dat was al zo in Hongarije en aangekomen in Den Haag maakte hij binnen de kortste keren zijn opwachting bij ADO. Daar bleef hij een jaar, tot hij de kans kreeg om de overstap naar ONA in Gouda te maken. Die club had een Hongaarse trainer en dat beschouwde Habetler als een voordeel. Zijn werk bij het metaalbedrijf IBIS aan de Maanweg verruilde hij voor een baan als matrijzenmaker bij de Goudse natuursteenfabriek. Hij trouwde een Nederlandse vrouw, kreeg kinderen en kwam in 1975 weer terug naar Den Haag.

Bij zijn naturalisatie raakte György Habetler de puntjes op de o van zijn naam kwijt en gaat hij sindsdien als Gyorgy door het leven, tenminste bij officiële gelegenheden. In de bouw in Den Haag, waar hij jarenlang werkte, werd zijn roepnaam Jurka meteen verbasterd tot Joep! Na verloop van tijd bezochten de Hongaarse vluchtelingen hun geboorteland weer. Habetler deed dat al vanaf het begin van de jaren zestig, toen de Hongaarse regering amnestie afkondigde voor de vluchtelingen. Een aantal jaren werd hem overigens een visum geweigerd, nadat hij samen met een journalist van de Haagsche Courant een goede vriend - ijshockeyer van het nationale Hongaarse elftal - uit Innsbruck naar Nederland had gesmokkeld.

Bron: Annemarie Cottaar, Ik had een neef in Den Haag. Nieuwkomers in de twintigste eeuw, Zwolle 1998.