Ratko Nikolić
Ratko Nikolić is geboren in 1941 in Šabac (Servië) en kwam op 28 oktober 1970 naar Nederland. Hij begeleidde een groep van zestig mannen die via het arbeidsbureau in Šabac waren geworven voor de Twentse metaalindustrie. Zij traden in dienst bij Hazemeyer in Hengelo. Nikolić fungeerde als een soort reisleider, hoewel zijn officiële functie assistent vertaler luide. Bij Hazemeyer werkten al zestig Joegoslavische mannen en Nikolić zorgde ervoor dat die honderdtwintig mannen goed konden functioneren. Aangezien het voornamelijk om weinig geschoolde mannen van jonger dan 20 jaar ging, vervulde Nikolić ook de rol van maatschappelijk werker. De Joegoslaven woonden in barakken op het fabrieksterrein. Na aankomst in Hengelo kregen zij eerst een 15 tot 30 dagen durende opleiding. Achteraf bekeken denkt Nikolić dat alles naar wederzijdse tevredenheid is verlopen. Zij waren tevreden met hun baan en loon en Hazemeyer beschouwde de mannen uit Šabac als goede en betrouwbare werknemers. Veel Servische mannen zijn tot hun pensioen bij Hazemeyer blijven werken. Hengelo wordt ook wel eens de ‘republiek Šabac’ genoemd.
Joegoslavische meisjes in de kousenfabriek
Zijn contract bij Hazemeyer werd na anderhalf jaar beëindigd. In Emmen kon Ratko Nikolić toen als maatschappelijk werker aan de slag bij de Stichting voor Buitenlandse Werknemers. Het contract werd niet verlengd en hij ging twee jaar als kousen-checker werken bij de kousenfabriek Danlon in Emmen. Daar waren 350 Joegoslavische meisjes in dienst. Nikolić ontmoette er zijn toekomstige vrouw met wie hij twee dochters, Nataša en Sandra, heeft gekregen.
De journalistiek is altijd zijn passie geweest en na zijn studie in Servië werkte hij regelmatig voor kranten. In 1974 ging hij naar Rotterdam om een reportage te schrijven over de opening van de school voor Joegoslavische kinderen. De reportage is gepubliceerd in de Servische krant Vijesnik onder de kop: ‘Leerlingen van de Zeven Zeeën’. Hiermee verwees Nikolić naar een oud schip van de Holland-Amerika lijn, dat in de buurt van de Euromast lag. Hier hebben 550 in Rotterdam werkende Joegoslaven tijdelijk huisvesting gevonden. De officiële naam van het schip was de Seven Seas, maar in de volksmond werd het ‘hotel Yugoslavia’ genoemd.
Joegoslavische school
De Joegoslavische school is op 25 mei 1974 op initiatief van de ouders geopend. Zij wilden voorkomen dat hun kinderen na terugkeer in Joegoslavië geen aansluiting zouden hebben met het onderwijs daar. De school verzorgde een Joegoslavische aanvulling op het Nederlandse onderwijs met vakken als taal, literatuur, geschiedenis en aardrijkskunde. De school werd ondersteund door de Joegoslavische Ambassade. Ratko Nikolić gaf er dertig jaar lang op zaterdagen taalles. Naast de school in Rotterdam waren er in heel Nederland in de jaren tachtig Joegoslavische scholen (in 22 verschillende plaatsen), waar twee duizend kinderen aanvullend onderwijs genoten. In 2006 waren er nog slechts scholen in Amsterdam en Rotterdam met in totaal 75 leerlingen.
In september 1974 ging Nikolić werken als coördinator culturele evenementen bij de Stichting Hulp aan Buitenlandse Werknemers in Rotterdam. Hij zorgde ongeveer vier keer per maand voor de vertoning van een Joegoslavische film in verschillende plaatsen in Nederland. Daarnaast organiseerde hij concerten en optredens van bekende Joegoslavische zangers en acteurs. Na vier jaar is zijn functie vanwege bezuinigingen opgeheven.
In 1976 kwam uit Joegoslavië een initiatief om een extra opleiding aan te bieden aan laagopgeleide Joegoslavische gastarbeiders. De school fungeerde als een dependance van de Volksuniversiteit van Novi Beograd, later van het Technisch Centrum Titograd en het Schoolcentrum Plijevlje (tot en met 1995). Het onderwijs werd verzorgd door in Nederland wonende docenten. Eens in de drie maanden kwam er een commissie uit Servië tentamens afnemen. Dergelijke scholen werden ook in België en Luxemburg opgericht.
Naast zijn banen bij de Ljubljanska Banka (1983-1991) en het Albeda College was Nikolić in zijn vrije tijd betrokken bij de oprichting en activiteiten van de club Jugoslavija in Rotterdam (1978), de Bond van Joegoslavische verenigingen en clubs (1980) en de Bond van Joegoslavische scholen (1982). De Joegoslavische club in Rotterdam telde 3.500 leden en organiseerde verschillende evenementen. Er was ook een kantoor voor hulp aan de Joegoslavische migranten, een theatergroep en een voetbal-, basketbal-, en schaakclub. Een keer per jaar werden op verschillende locaties in Nederland grote evenementen georganiseerd in samenwerking met de andere Joegoslavische clubs. De Bond van Joegoslavische scholen organiseerde ook jaarlijks een grote manifestatie en optredens van hun leerlingen in het Congresgebouw in Den Haag. In 2006 waren er in Rotterdam drie verschillende Servische clubs: SDP (Servische Vriendschap Vereniging), club Jugoslavija en café Šumadija.
Bron: deze tekst is ontleend aan een interview met Nevena Bajalica met Ratko Nikolić. De foto's werden door Nevena Bajalica verzameld tijdens het project Zuid-Europese Culturele Spoorzoekers (2004-2006).